Op 27 november organiseerden De makers van Rotterdam in samenwerking met het lectoraat Dynamiek van de Stad van de Hogeschool Inholland een middag over sociaal ondernemen voor ‘ambtenaren nieuwe stijl’ van de Gemeente Rotterdam. Hieronder volgt een verslag van Erik Sterk van deze bijeenkomst in de Leeszaal Rotterdam West:
Aanleiding
De directie Activering en Welzijn van het nieuw te ontwikkelen cluster Maatschappelijke Ontwikkeling van de gemeente Rotterdam, gaat een kanteling maken. De Kanteling staat voor een fundamentele verandering in de rol die de gemeente voor zichzelf, de burger en de maatschappelijke partners heeft ten aanzien van maatschappelijke ondersteuning. Nieuwe kennis over de wijze waarop die veranderende rol ingevuld zou kunnen worden is welkom. Vandaar deze eerste kennis- en inspiratiebijeenkomst. Sociaal ondernemerschap sluit volgens de gemeente namelijk goed aan op de veranderende rol van de overheid en de andere rol die ook van maatschappelijke partners wordt gevraagd.
De Kanteling roept nieuwe vragen op
Met de terugtredende overheid en de opkomst van ondernemende burgers ligt er een kans op nieuwe vormen van samenwerking tussen overheid en burgers. Maar dat gaat natuurlijk niet zomaar. Er is behoefte aan kennisontwikkeling en kennisdeling. De vragen die tijdens deze kennis- en inspiratiebijeenkomst aan de orde kwamen waren: Welke waarde en betekenis heeft sociaal ondernemerschap voor de overheid? Welke rol vraagt sociaal ondernemerschap van de overheid? En: hoe gaan wij als ambtenaar met sociaal ondernemerschap om? Ook aan de kant van de sociaal ondernemers leefden allerlei vragen, zoals: de overheid heeft kennis over ondernemerschap waar ik behoefte aan heb, hoe kan ik daar gebruik van maken? En: de onderwerpen waar ik mee bezig ben vallen tussen bestaande beleidsdomeinen; met welke afdelingen en/of personen bij de overheid kan ik het beste overleggen, mocht ik ze nodig hebben?
Publiek en programma van de kennis- en inspiratiebijeenkomst
Het publiek van deze middag bestond uit ca. 20 ambtenaren van het cluster Maatschappelijke Ontwikkeling, mensen die o.a. werkzaam zijn op afdelingen als Individuele Voorzieningen, de Kredietbank, Beleid, Samenleving. Ambtenaren met verschillende functies; van teamleider, klantmanager, consulent, projectmedewerker tot de beleidsadviseur. Deelnemende sociaal ondernemers waren: Leeszaal Rotterdam West, Hotspothutspot, Uit je Eigen Stad, Tussentuin, Doordewijks, Taalnomaden, Granny’s Finest, Blijstroom en Voedseltuin. Ook waren vertegenwoordiger van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aanwezig, en enkele belangstellende sociaal ondernemers uit Rotterdam.
Na een aantal enthousiaste pecha kucha’s (korte presentaties) van sociaal ondernemers en een presentatie van prof. Hans Boutellier over zelforganisatie in de netwerksamenleving, gingen de deelnemers de wijk in. In een klein stukje stad (een klein deel van het Oude Westen) kregen zij onder leiding van Joke van der Zwaard een indruk van de enorme hoeveelheid sociale verbanden en burgerinitiatieven. Aan het einde van het programma werden de aanwezige ‘ambtenaren nieuwe stijl’ in hun nieuwe – faciliterende – rol aan tafel gezet met enkele sociaal ondernemers. Willen overheid en sociaal ondernemers van elkaar kunnen profiteren, dan is het belangrijk om elkaar goed te verstaan. Daarom is gekozen voor intervisiesessies. De inzet van de intervisiesessies was vooral kennismaken en grip krijgen op problemen, of uitdagingen waar sociaal ondernemers in de praktijk tegenaan lopen.
Welke vragen zijn dat? Een aantal voorbeelden. Voorbeeld 1: Doordewijks gaf aan ervoor te zorgen dat bijstandsvrouwen als ZZP’er aan het werk kunnen komen. Voor de zorg die zij leveren vragen zij een laag uurtarief (minder dan 20 euro), waardoor deze zorg interessant is voor andere minder draagkrachtige mensen in de wijk. Zo worden er twee vliegen in één klap geslagen; de ene bijstandsvrouw verdient iets, de ander krijgt goedkope ‘persoonlijke’ zorg. Een aandachtspunt voor Doordewijks is, dat Sociale Zaken het uurtarief van deze ZZP’ers wat te laag vindt om de activiteiten van deze bijstandsvrouwen te kunnen beschouwen als een opstap naar werk. Met andere woorden: vanuit een vraaglogica is het uurtarief prima, vanuit een institutionele logica is het uurtarief te laag. Wat te doen?
Voorbeeld 2: Het burgerinitiatief Taalnomaden biedt jaarlijks taalworkshops aan 200 tot 400 mensen, o.a. in Oud Charlois en Pendrecht. Tijdens deze workshops wordt spelenderwijs gewerkt aan taalvaardigheden, bv. door het schrijven van gedichten. Met hun laagdrempelige aanpak bereikt Taalnomaden grote groepen mensen in achterstandswijken (met name op Zuid), en ook doordat zij slechts een euro aan bijdrage vragen. Die gebruiken ze voor koffie en koek (dat is een lokkertje!). Het initiatief biedt vanuit verschillende optieken aanknopingspunten voor inbedding in gemeentelijk beleid. Toch is dat tot nu toe niet gebeurd, vooral om dit een project is op het grensvlak van beleidsdomeinen onderwijs, cultuur, samenlevingsopbouw en armoede. Op welke punten kan er samengewerkt worden met lokale overheden en kan een win-win situatie worden gecreëerd?
Wordt vervolgd…
De middag werd afgesloten met een reflectie door lector Guido Walraven van het Lectoraat Dynamiek van de Stad. Hij gaf aan dat deze eerste ontmoeting en de gesprekken tussen ambtenaren nieuwe stijl en ondernemende burgers niet alleen inspirerend was geweest, maar zeker ook zinvol. Hij gaf aan dat het lectoraat, vanuit het nieuwe platform voor ondernemende burgers en sociaal ondernemers met de naam De makers van Rotterdam, in het komende jaar meer van dergelijke ontmoetingen zal gaan organiseren. Kortom, aan de slag!